Ik heb eerbied voor jouw grijze haren, zij bekronen je lieve gezicht. Zij verzachten de sporen der jaren na een leven van werken en plicht. Ik heb eerbied voor jouw grijze haren, voor je rimpels van zorgen en pijn. Ik wil trachten voor hen die ze dragen altijd een bron van vreugde te zijn. Voor de lieve oude mensen met hun diep doorploegd gelaat, heeft mijn hart een gastvrij deurtje dat altijd wijd open staat. Omdat hen het harde leven zowel leed als vreugde bracht, hebben zij nu grijze haren en een blik zo wijs en zacht. Respeto tu pelo canoso que corona tu cara cariñosa y palia los rastros de los años después de una vida de trabajo y deberes. Respeto tu pelo canoso y las arrugas de dolor y quebraderos de cabeza. Quiero tentar de ser una fuente de alegría para los que tienen este pelo canoso. Para la gente anciana tan cariñosa con sus arrugas hundidas mi corazón tiene una puertita acogedora que siempre está muy abierta. Porque la dura vida les traía tanto dolor como alegría hoy tienen el pelo canoso y una mirada sabia y tierna.