Karel van de Woestijne , 1878-1929 (Flemish poet, reporter and professor)



I am alone with you

I am alone with you, o Venus, vivid star.
And, while in vain I search in me your glowing ray,
my heart must bear its empty stay.

My mouth is hard and stiff at either silent end.
No query. And what comes the first and leaves the last:
not even fear fulfils my idle fast.

I am alone with you, my eyes are wide and dry;
your ardent loneliness pulls up in chilly night
my cold and lonesome eye.

The windows shut, the chambers lacking any shadows;
a beggar's home, without some furniture or guests:
such is my soul in silent meadows;

and there, in heaven's town a shining rose,
a bright and glaring gem in dark land,
you always are awake and wink;

alas, so poor are both my heart and hand,
my head so empty that I cannot think
but that I even lack the joy of lonesome burning...


(Translation: H.F.H.Reuvers)


Ik ben met u alleen

Ik ben met u alleen, o Venus, felle star.
En, waar 'k vergeefs in mij uw stralend gloeien zoeke,
blijft leêg mijn marrend harte, en bar.

Mijn harde mond is strak aan beiden starre hoeke.
Geen vraag. En zelfs wat 't eerst me naêrt en 't laatste scheidt:
zelfs àngst en komt mijn ijlt' bezoeken.

Ik ben met u alleen, mijn ogen droog en wijd;
terwijl de wijde nacht welft mijn verlaten kilte
naar uwe gloeiende eenzaamheid.

-De venstren blind, de kaemren naakt en ijl de dilte;
het huis eens beedlaars, onbetreên en haveloos:
aldus mijn ziel in 't land der Stilte;

alwaar ge, alleen ten hemel-tuine een helle roos,
een vurig-felle roos in Stilte's donkren lande,
staêg-noodend waakt en blaakt, altoos;

en ik, met de armoê van mijn hoofd en van mijn handen,
in de armoê van mijn hart ontbere, leêg en bar,
zelfs de arme vreugd van eenzaam branden...


(Origineel: Karel van de Woestijne)