(by Rembrandt van Rijn)


The disciples of Jesus, on the road to Emmaüs, were talking about his death, when they met a stranger. He stayed with them, because it was darkening. They recognised the risen Saviour when He had broken the bread with them. But He had already disappeared.


De leerlingen van Jezus, op weg naar Emmaüs, spraken over Zijn dood, toen een vreemdeling hen tegemoet kwam. Hij bleef bij hen, omdat het al donker werd. Zij herkenden de verrezen Heiland toen Hij het brood met hen gebroken had. Maar Hij was al weer verdwenen.


Discipuli Jesu in via ad Emmaüs loquebantur de morte Domini. Tum appropinquavit peregrinus. Mansit cum eis, quia paene nox erat. Recognoverunt Redemptorem resurrectum, postquam fregit panem cum eis. Sed iam evanuit ex oculis eorum.