Twee gedichten van

Robert Burns 1759-1796 (Schotse dichter)


 

met de vertalingen van Frans de Cort, 1834-1878 (Vlaams dichter)


Tibbie

O wilt ge met mij gaan,
O Tibbie, zoet kind?
O wilt ge met mij gaan,
O Tibbie, zoet kind?
En varen of rijden
Zoo snel als de wind,
Of traag me ter zij' gaan,
O Tibbie, zoet kind?

Wat deert mij uw vader
Zijn adellijk bloed!
Wat deert mij uw vader
Zijn geld en zijn goed!
Zeg, dat ge wilt meegaan,
Zeg, dat ge mij mint,
En kom in uw roksken,
O Tibbie, zoet kind!


O Tibbie, vroeger waart ge niet
Zoo preutsch, vol hoovaardij!
Nu wendt ge 't hoofd, als gij me ziet,
Maar ei! wat deert het mij!


Mary

O moge steeds frisch loover hier
Den heuveltop begroeien,
De zoom met bloemen zijn gesmukt,
De beke helder vloeien!
Hier schijne de zomerzon vooreerst
En blijve ze 't langste gloeien...
Hier zag ik voor den laatsten keer
Mijn Hooglandsch meisje, Mary!

Wat bloeiden lief de groene berk
En blanke hagedoren!
In hunne geurige schaduw zat
Ik naast mijne uitverkoren'.
De guldene uren vloden heen
Doch gingen niet verloren...
Als licht en leven was mij dier
Mijn Hooglandsch meisje, Mary!

Ik sloot haar in mijne armen vast
En zoende haar zoo teeder!
Wij zwoeren schreiend tot elkaar:
Weldra zien wij ons weder!
Helaas! des doods ontijdige vorst
Sloeg de arme bloeme neder...
Nu sluimert onder 't groene gras
Mijn Hooglandsch meisje, Mary!

Nu zijn de rozenlippen bleek,
Wier zoet ik dikwijls smaakte;
Gesloten is het stralende oog,
Wiens blik me zalig maakte;
In stof vergaat het warme hart,
Dat immer voor mij blaakte...
In mijnen boezem leeft gij, ach!
Mijn Hooglandsch meisje, Mary!


(Vertaling: Frans de Cort)



Tibbie

O wilt thou go wi' me,
sweet Tibbie Dunbar?
O wilt thou go wi' me,
sweet Tibbie Dunbar?
Wilt thou ride on a horse,
or be drawn in a car,
Or walk by my side,
O sweet Tibbie Dunbar?

I care na thy daddie,
his lands and his money,
I care na thy kin,
sae high and sae lordly;
But sae that thou'lt hae me
for better for waur,
And come in thy coatie,
sweet Tibbie Dunbar.


O Tibbie, I hae seen the day,
Ye wadna been sae shy;
For laik o' gear ye lightly me,
But, trowth, I care na by.!


Highland Mary

Ye banks, and braes, and streams around
The castle o' Montgomery,
Green be your woods, and fair your flowers,
Your waters never drumlie!
There Simmer first unfald her robes,
And there the langest tarry:
For there I took the last Fareweel
O'my sweet Highland Mary.

How sweetly bloom'd the gay, green birk,
How rich the hawthorn's blossom;
As underneath their fragrant shade,
I clasp'd her to my bosom!
The golden Hours, on angel wings,
Flew o'er me and my Dearie;
For dear to me as light and life
Was my sweet Highland Mary.

Wi' mony a vow, and lock'd embrace,
Our parting was fu'tender;
And pledging aft to meet again,
We tore oursels asunder:
But Oh, fell Death's untimely frost,
That nipt my Flower sae early!
Now green's the sod, and cauld's the clay,
That wraps my Highland Mary!

Oh pale, pale now, those rosy lips
I aft hae kiss'd sae fondly!
And clos'd for ay, the sparkling glance,
That dwalt on me sae kindly!
And mouldering now in silent dust,
That heart that lo'ed me dearly!
But still within my bosom's core
Shall live my Highland Mary.


(Original: Robert Burns)