CURSUS PROJECTIEVE MEETKUNDE
§ 8: uitwerkingen
O32
O33
l(A,B,C) ∧=Q m(A,C',B') ∧=P l(A,C,B)
L(a,b,c) ∧=q M(a,c',b') ∧=p L(a,c,b)
O34
i) A=A'. Dan voldoet de perspectiviteit van l op m met centrum BB'.CC'.
ii) De zes punten zijn verschillend en l ≠ m. Zie schets.
Kies n door A' en P op AA'.
B" en C" zijn de projecties van B en C vanuit P op n.
Dan is de compositie φoψ waarbij ψ de perspectiviteit van l op n is met centrum P, en φ de perspectiviteit van n op m is met centrum B'B".C'C"
een projectiviteit als gevraagd.
iii) De zes punten liggen op één lijn, en dus l=m.
Bestudeer het plaatje hierboven en laat zien dat er een projectiviteit als gezocht bestaat die het product is van drie perspectiviteiten.