HOLLANDS (ON)RECHT
Moord in Deventer
De skyline van de oude binnenstad van Deventer, aan de oostelijke oever van de IJssel, wordt
gedomineerd door de Sint-Lebuïnuskerk. Nederlanders denken bij Deventer aan de befaamde Deventer koek, of aan
de jaarlijkse Dickens-feesten. Of misschien zelfs aan de veertiende-eeuwse kerkhervormer Geert Groote en zijn
Moderne Devotie. De missie van Sint Lebuïnus, die er in de achtste eeuw door de moordlustige Saksen werd aangevallen,
is wel uit het collectieve geheugen verdwenen. Maar in 1999 vond aan de rand van de fraaie stad opnieuw een gruwelijke
rituele moord
plaats: de weduwe van psychiater Wittenberg werd er in haar woonhuis op een septemberavond om het leven gebracht.
De dader is blijkbaar als een wild beest te keer gegaan, maar niet zonder gevoel voor symboliek.
Bij de sectie bleek dat de weduwe gewurgd is, en zevenmaal met een mes in de linker borstkas gestoken. De messteken
waren netjes in een rij aangebracht. Wie kon deze
deftige oude dame op deze manier hebben vermoord? Een gewelddadige dood paste in het geheel niet bij haar stijl. Zij was een zelfbewuste
beschermster van de kunst, en van de verschoppelingen der maatschappij. Aanvankelijk was er maar één serieuze verdachte:
de klusjesman van de weduwe.
De klusjesman
De Wittenbergs hadden geen eigen kinderen. Psychiater Wittenberg hield ook op gevorderde leeftijd graag het contact met zijn voormalige
patiënten aan. Een van hen, een oersterke kerel die een ongelukkige jeugd had gehad, werd zelfs kind aan huis.
Hij werd door de psychiater behandeld voor driftaanvallen. Mevrouw Wittenberg koesterde aanvankelijk moederlijke gevoelens
jegens hem, en hield hem na het overlijden van haar man aan als klusjesman.
Deze klusjesman was echter geen gemakkelijke jongen. Hij werkte jarenlang in de sex-industrie, droeg intimiderende donkere kleding en een
groene bril, liep met twee valse rottweilers door Deventer of pronkte er met twee dure jeeps, en verzamelde akelig grote keukenmessen.
De politie ging opvallend coulant met hem om. Hij vroeg vaak om extra geld aan de weduwe, en verbraste dat geld aan alcohol.
De man moet echter een bepaalde charme hebben. Hij heeft in zijn jonge jaren, na de breuk met zijn ouders, ook een
langere tijd als assistent van een antiquair gewerkt. Na de sexperiode was hij actief in een werkgelegenheidsproject,
als conciërge van een studentensoos. Bij die soos was hij ruim een week voor de moord ontslagen.
Er was een afscheidsfeestje voor hem geweest.
De aanwijzingen tegen de klusjesman
De Global messen van de klusjesman pasten precies in de steekwonden van de vermoorde weduwe. Hij
kocht enkele dagen na de moord in Arnhem een nieuw Global mes.
Een getuige heeft hem op de avond van de moord in een verwarde toestand gezien, ergens tussen zijn eigen huis en dat van
het slachtoffer. Een motief had de klusjesman ook: de weduwe had hem onlangs meegedeeld dat hij niet prominent in haar
testament voorkwam.
Vermoedelijk heeft hij de deftige dame in blinde woede aangevallen toen het slechte nieuws tot hem doordrong. Uit een
reconstructie kan worden afgeleid dat ze na de wurging, nagenoeg dood, tot voor het portret van haar overleden man is
gesleept. Pas toen zijn de messteken aangebracht.
In de tuin van de weduwe werd een kinderlijk briefje aangetroffen.
Het was zogenaamd geschreven door inbrekers. Zij boden daarin excuus aan voor de inbraak. Er waren verder geen sporen van
braak. Een deskundige
koppelde het handschrift aan de vriendin van de klusjesman. Ze wilde de politie wijsmaken dat er nog andere potentiële
daders waren dan haar vriend. In feite was het dus een nieuwe aanwijzing tegen de klusjesman. Maar de politie deed hier niets mee.
Daarna werd er nog zo'n briefje bij de politie bezorgd, kennelijk uit dezelfde bron afkomstig, waarin gesuggereerd werd dat
de weduwe gigolo's ontving.
De klusjesman verscheen vermomd op de begrafenis van de weduwe. De beheerder van de begraafplaats
heeft hem na de begrafenis met een etui zien rondspoken bij het graf van de weduwe. Deze beheerder verklaarde later dat
de klusjesman hem kort na de moord, nog voordat de politie het lijk gevonden had, al vertelde dat de weduwe met zeven
messteken vermoord was.
De doofpot
Na een aantal weken werd het onderzoek naar de klusjesman plotseling gestaakt. Men nam opeens genoegen met een
vaag alibi dat alleen door zijn vriendin ondersteund werd: namelijk dat ze de hele avond van de moord bij haar thuis waren
geweest. De verklaringen van de klusjesman en zijn vriendin stemden echter niet exact overeen. Jaren later
verklaarden ze gezamenlijk dat ze naar de soos gegaan en daar die avond gebleven waren. Uiteindelijk ontdekte iemand dat de
geregistreerde telefoongegevens van het tweetal ook dit alibi loochenstraffen.
Er moet in deze eerste weken na de moord van hogerhand besloten zijn, dat de klusjesman als verdachte uit het beeld moest
verdwijnen. Had hij bij de Deventer politie van de regio IJsselland misschien 'vrienden' met wie hij duistere zaakjes deed?
Misschien chanteerde hij deze handlangers dan wel. Of wond hij de politie om de vingers met zijn jongensachtige aantrekkingskracht?
Er kwam een nieuwe officier van justitie, omdat de oude ziek was. Voortaan werd elke aanwijzing of getuigenverklaring tegen de klusjesman veronachtzaamd.
Naarmate dit langer aanhield, ontstond er ook een nieuwe reden voor: want de knulligheid en de onrechtvaardigheid van het onderzoek en van de
rechtspraak moesten worden toegedekt. Maar zover zijn we nog niet met ons verhaal. Er moest nu eerst een nieuwe
verdachte gevonden worden.
Ernest Louwes
De weduwe Wittenberg wilde haar testament veranderen en een fonds voor ex-patiënten oprichten.
Te dien einde zocht ze hulp bij een bureau. Ernest Louwes werd haar financieel adviseur. Was hij nu ook haar toekomstige
moordenaar? Wij kunnen het niet geloven. Louwes was van onbesproken gedrag, en gelukkig getrouwd.
Zijn vrouw en dochter bleven hem onvoorwaardelijk steunen toen hij later veroordeeld werd.
Op de ochtend van de moord bezocht hij, naar eigen zeggen, de weduwe, om de zaken met haar door te nemen.
Hij zou haar later op de dag nog terugbellen om haar een bepaalde informatie door te geven. Dat deed hij vanuit een file bij
't Harde per mobiele telefoon, kort voor het tijdstip van de moord om ongeveer negen uur 's avonds. De weduwe
maakte nog een aantekening van de aangeleverde info. Toch zou het openbaar ministerie
later voor het gerecht betwisten dat de adviseur 's morgens bij de weduwe was, of 's avonds in de buurt van 't Harde.
Na de moord was Louwes betrokken bij de afwikkeling van het overlijden. Als executeur testamentair moest hij een deel
van de erfenis provisorisch op zijn eigen rekening deponeren. Maar hij was heus niet zo stom om te denken dat hij er
na een geruchtmakende moord met de erfenis vandoor kon gaan. Er waren trouwens nabestaanden die hem nauwlettend op de vingers
keken.
Toen de politie een nieuwe verdachte zocht, vond ze die in de persoon van Louwes. Hij werd
naar het politiebureau geroepen om een getuigenverklaring af te leggen, en aangehouden.
De bewijzen tegen Louwes
Er werd een mes te voorschijn getoverd dat in of bij Deventer gevonden zou zijn. Dat mes
werd via een discutabele hondengeurproef aan de nieuwe verdachte gekoppeld, misschien wel omdat er op het mes een spoor zat van
een zelfde soort scheerzeep als die Louwes gebruikte. Het werd echter al gauw duidelijk dat dit mes nooit het moordwapen kon zijn.
Verder wilde men bewijzen dat Louwes op de avond van de moord in Deventer was. Het lijkt er wel op dat het mobiele telefoongesprek
tussen hem en de weduwe op een mast in Deventer is aangestraald. Maar dan kan hij best vanuit de file bij 't Harde
hebben gebeld.
Nadat Louwes in eerste instantie werd vrijgesproken, ging het openbaar ministerie in hoger beroep.
Louwes werd in tweede instantie tot twaalf jaar gevangenisstraf veroordeeld en in derde instantie weer vrijgelaten.
In een vierde zitting moest de rechter eigenlijk alleen het eerder verworpen bewijsmateriaal opnieuw beoordelen. Maar toen kwam de
openbare aanklager opeens met nieuw bewijsmateriaal. Er was pas nu, enkele jaren na de moord, een nieuw bloedvlekje op de
blouse van de weduwe gevonden met DNA-sporen die met het DNA van Louwes overeenstemden. Heel Nederland kon op het journaal
de oerschreeuw zien die Louwes uitte toen hij opnieuw gearresteerd werd.
Wat te zeggen van dit "doorslaggevende" bewijsmateriaal? Het kan op de ochtend van de moord op de blouse gekomen zijn,
nadat Louwes de weduwe een hand gegeven had. Uit de reconstructie van de moord kan tevens worden afgeleid dat het vlekje
niets met de moord te maken heeft. Het is waarschijnlijk afkomstig van een minuscuul niesdruppeltje. De blouse is trouwens
zo slordig bewaard dat niet eens uitgesloten kan worden
dat iemand het DNA van Louwes later met opzet op de blouse heeft aangebracht.
Conclusie
Kijken we naar het daderprofiel en de symboliek, dan ligt het meer voor de hand dat de klusjesman de
moordenaar is dan dat Louwes of een ander het gedaan heeft. Politie en rechtbank hebben in ieder geval duidelijk slecht
werk geleverd, en wellicht is er zelfs kwade opzet in het spel.
Er zijn bij de politie en de rechtbank, of in de politiek, weinig mensen die echt hiertegen in verzet durven te komen.
Men neemt de moeite niet om kennis te
nemen van de details, verschuilt zich achter taakomschrijvingen en de scheiding der machten, en vindt het blijkbaar
belangrijker om in de pas te lopen en zijn baantje te behouden dan of de waarheid
gevonden wordt en de juiste man achter de tralies zit. Mij dunkt dat in dit uitzonderlijke geval iedereen min of meer
verantwoordelijk is.
Er is ook sprake van tunnelvisie. De diverse instanties zijn slechts verantwoordelijk voor een
klein deel van het proces, en staren zich blind op bepaalde juridische of technische details (voorbijgaand aan andere).
Men verzuimt de grote lijnen
in het oog te houden. Het vonnis over Ernest Louwes tart het gezond verstand en het gevoel voor rechtvaardigheid.
Een Amerikaanse burgerjury zou waarschijnlijk anders geoordeeld hebben.
Ondertussen zit Louwes al jaren in de gevangenis, terwijl men blijkbaar niet de behoefte voelt om hem psychiatrisch te laten
onderzoeken.
Misschien moeten ervaren buitenlandse deskundigen zich eens met deze zaak gaan bemoeien. Dan zullen ze lachen ( en huilen) om onze
rechtspraak.
Nadere info: zie mediatheek dmz, met filmpjes, en analyses van onder meer Maurice de Hond. Ik sluit me aan bij de kritiek van professor van Koppen cs.
Ik denk dat een expert in de psychiatrische criminologie wetenschappelijk moet kunnen aantonen dat een financieel adviseur als Louwes, die geen alcohol- en drugsverleden heeft en zich voor en na het tijdstip van de moord normaal gedroeg, onmogelijk in zichzelf de psychosomatische remmingen kan hebben opgeheven die een mens er van weerhouden plotseling een dergelijke gewelddadige moord te plegen.
Het is uiteindelijk ook in het belang van de echte dader (en van de maatschappij) dat deze gepakt wordt en psychiatrische hulp krijgt.
Maastricht, februari 2007, H.Reuvers