MARTINUS NIJHOFF 1894-1953 (poet and translator)



The woman and mother

I went to Bommel just to see the bridge.
I saw the newest bridge: two riverbanks
that seemed in times of yore to shun the ranks,
are friends again.
A little time, while I was sitting on the grass,
drinking my tea,
my head full with the landscape fair and wide,
from far away right from the infinite,
I heard a voice that sounded well to me.

A woman there, the ship she fared upon
came slowly downstream through the bridge to meet me.
She was alone on deck, the ship to steer.
And what she sung was bible psalms to feed me.
Oh, thought I, oh, was it my mother dear!
"Praise God", she sung, "His hand shall save and lead thee".


(translation: H.F.H.Reuvers)


De moeder de vrouw

Ik ging naar Bommel om de brug te zien.
Ik zag de nieuwe brug: twee overzijden
die elkaar vroeger schenen te vermijden,
worden weer buren.
Een minuut of tien, dat ik daar lag in 't gras,
mijn thee gedronken,
mijn hoofd vol van het landschap wijd en zijd,
laat mij daar midden uit de oneindigheid
een stem vernemen dat mijn oren klonken.

Het was een vrouw, het schip dat zij bevoer
kwam langzaam stroomaf door de brug gevaren.
Zij was alleen aan dek, zij stond aan 't roer.
En wat zij zong, hoorde ik dat psalmen waren.
O, dacht ik, o, dat daar mijn moeder voer!
"Prijst God", zong zij, "Zijn hand zal u bewaren".


(Origineel: Martinus Nijhoff)


The soldier whom Jesus crucified

We crucified the Man. His meagre hand
just tried to seize the nail, but without fear -
and, calling me his friend, said : "Love me, dear!"
And now forever I will understand.

I tried to laugh, but I just gnashed my teeth,
and I grew mad, while asking blood for love:
I beat and beat and beat - but not enough,
and beat the nail to split the wood with greed.

Now, like a fool, a nail cleft through my hand,
I draw a fish - his signature and name -
in every wall and tree, and without shame,
or on my breast, or squatting in the sand,

and answer people who are asking why:
"His love is strong enough to crucify".


(Translation: H.F.H.Reuvers)


De soldaat die Jezus kruisigde

Wij sloegen hem aan 't kruis. Zijn vingers grepen
wild om den spijker toen 'k den hamer hief,
maar hij zei zacht mijn naam en: "Heb mij lief",
en 't groot geheim had ik voorgoed begrepen.

Ik wrong een lach weg dat mijn tanden knarsten,
en werd een gek die bloed van liefde vroeg:
ik had hem lief, en sloeg en sloeg en sloeg
den spijker door zijn hand in 't hout dat barstte.

Nu, als een dwaas, een spijker door mijn hand,
trek ik een visch - zijn naam, zijn monogram -
in ied'ren muur, in ied'ren balk of stam,
of in mijn borst of, hurkend, in het zand,

en antwoord als de menschen mij wat vragen:
"Hij heeft een spijker door mijn hand geslagen".


(Origineel: Martinus Nijhoff)


The old house

The rooms, of course, are darker without sunshine,
But every thing is on its own place,
And on the wall, above my father's guns line
There is the portrait with my mother's face.

Look how the moon is peeping through the window,
The old house murmures with some distant song.
Around mum, pictures of the next of kin show:
The central place to mother does belong.

Mother, I still know your dearly features,
The wrinkles round your friendly eyes that died.
Keep singing God is never out of sight.

I stare so many minutes to her picture -
Her eyes go shining and her mouth is saying psalms,
And I hear wings wherewith she's waving palms.


(Translation: H.F.H.Reuvers)


Het oude huis

De kamers waren donkerder geworden,
Maar geen ding van zijn eigen plaats gezet,
En aan den wand, tusschen de blauwe borden,
Hing in ovalen lijstje het portret.

Zie de avond ernstig door het raam inkijken,
Het oude huis ruischt van muziek en zang -
Een stoet van bloemen gaat dalen en stijgen
Rondom waar moeder is, op het behang.

Moeder, ik ken je nog: je zacht gelaat,
De rimpeltjes om je gestorven oogen -
Zing weer van God, die altijd naast ons staat -

Ik heb zoo lang naar het portret gekeken
Dat de oogen glansden en haar mond ging spreken,
En 'k hoorde vleugels, die door 't huis heen vlogen.


(Origineel: Martinus Nijhoff)