BLOEMPJES

van Sint Franciscus


HOOFDSTUK 5

Hoe broeder Bernard naar Bologna ging en daar een verblijfplaats stichtte

We hebben uiteengezet dat Sint Franciscus en zijn metgezellen door God waren geroepen en uitverkoren om het kruis van Christus in het hart te dragen en in hun werken en spreken te verkondigen. Daarom waren ze zowel in aanzien als in werkelijkheid gekruisigde mannen door hun manier van kleden, door de soberheid van hun leven, en door hun optreden. Vandaar ook dat ze eerder verlangden om uit liefde tot Christus vernedering en hoon te verdragen dan van de wereld eerbetuigingen en respect en ijdele lofprijzingen te ontvangen. Integendeel, zij verheugden zich om het onrecht dat ze moesten verduren, en betreurden het wanneer ze geëerd werden. En zo gingen ze door de wereld als pelgrims en vreemdelingen, die niets met zich meedroegen dan de gekruisigde Christus. En aangezien ze werkelijk geënt waren op de ware wijnstok, Jezus Christus, brachten ze veelvuldig uitstekende vruchten voort in de zielen die ze wonnen voor God.

In een der eerste jaren van de Orde stuurde Sint Franciscus broeder Bernardo naar Bologna opdat hij daar voor God vruchten zou plukken, omdat God hem immers de daarvoor benodigde genade had verleend. Broeder Bernard maakte het kruisteken, ging op weg met de verdienste van de heilige gehoorzaamheid, en kwam aan in Bologna. Toen de jongens daar hem zagen in zijn gerafelde en verstelde habijt, lachten ze hem uit en scholden op hem als ware hij een gek; en broeder Bernard verdroeg dat alles met geduld en blijdschap, uit liefde tot Christus. Sterker nog, om meer schimpscheuten te ontvangen ging hij met opzet midden op het stadsplein zitten. Zodra hij daar zat, kwam een menigte van kinderen en ouderen om hem heen staan. Sommigen trokken van achter aan de kap van zijn habijt, anderen van voren. De een wierp stof op hem, de ander gooide met stenen; deze duwde hem van links, gene van rechts. En broeder Bernard bleef onverstoorbaar en geduldig in zijn gemoed, en op zijn blij gezicht was geen klacht of boosheid te zien. En gedurende enkele dagen kwam hij terug naar dezelfde plaats om soortgelijke dingen te verdragen.

En omdat het geduld een vrucht is van de volmaaktheid en een bewijs van de deugd, ging het niet ongemerkt voorbij aan een zekere wijze doctor in het recht dat broeder Bernard steeds volhardde in de deugd, waar geen geweld of onrecht de serene kalmte van kon verstoren. En de doctor mompelde in zichzelf: Deze man moet wel een heilige zijn. Hij ging dan naar Bernard toe, en vroeg hem: Wie ben je, en waarom ben je hier gekomen?

Broeder Bernard stak zwijgend de hand in de borstzak onder zijn habijt, haalde de Regel van Sint Franciscus eruit te voorschijn, en gaf die aan hem om te lezen. Toen de doctor de Regel gelezen had, en gezien dat deze een groots ideaal van volmaaktheid behelsde, wendde hij zich tot de omstanders, vol van verbazing en bewondering, en zei tegen hen: Dit is werkelijk het hoogste niveau van godsdienst waar ik ooit van gehoord heb. Deze man en zijn medebroeders zijn de heiligste personen op deze wereld. Alwie hem kwaad doet, verricht een zeer slecht werk. Men moet hem juist hoog vereren, want hij is een waarachtige vriend van God.

En hij zei tegen broeder Bernard: Als het in je bedoeling ligt, je te vestigen op een plaats waar je naar believen God kunt dienen, zal ik je met genoegen zo'n plek geven tot heil van mijn ziel. Broeder Bernard antwoordde: Heer, ik geloof dat Onze Heer Jezus Christus u dit heeft ingefluisterd; daarom neem ik uw aanbod graag aan, tot meerdere eer van Christus. En de rechter nam broeder Bernard met grote blijdschap en liefde mee naar zijn huis en schonk hem de verblijfplaats die hij hem beloofd had. Op zijn eigen kosten restaureerde de rechter deze woning, en voorzag ze van meubilair; en later werd hij een soort pleegvader en speciale beschermer van broeder Bernard en zijn metgezellen.

Broeder Bernard was weldra zeer geëerd bij het volk, vanwege zijn heilig leven; zozeer zelfs, dat zich gelukkig prees alwie hem kon aanraken of zien. Maar hijzelf, als een waarachtige en nederige leerling van Christus en van de nederige Franciscus, vreesde dat de eerbewijzen van de wereld de vrede en het heil van zijn ziel zouden verstoren, en op een dag vertrok hij en keerde terug bij Sint Franciscus, en zei tot hem: Vader, de stichting te Bologna is klaar. Stuur nu andere broeders daarheen om de verblijfplaats te onderhouden en bewonen, omdat ikzelf er niets meer kon winnen; integendeel, vanwege de overvloedige eerbewijzen vreesde ik meer te verliezen dan te winnen.

Toen Sint Franciscus in een gedetailleerd en ordelijk verslag hoorde wat God door middel van broeder Bernard tot stand had gebracht, dankte hij God dat Deze aldus was begonnen het getal van de armoedige discipelen van het kruis te vermeerderen. En later zond hij enkele van zijn metgezellen naar Bologna en Lombardije om her en der veel verblijfplaatsen te stichten. Tot lof en eer van de goede Jezus. Amen