BLOEMPJES

van Sint Franciscus


HOOFDSTUK 1

De twaalf eerste metgezellen van Sint Franciscus

Allereerst moeten we overwegen dat onze glorievolle meester, Sint Franciscus, in alle zijn levensdaden gelijkvormig was aan Christus de gezegende; want zoals Christus in het begin van zijn prediking twaalf apostelen uitkoos en hen opriep om alles wat des werelds is lager te waarderen en de armoede na te streven met alle overige deugden, zo ook koos Sint Franciscus, toen hij zijn Orde begon te stichten, twaalf metgezellen die met hem de zeer verheven armoede omhelsden.
En zoals een van de twaalf apostelen van Christus zich uiteindelijk verhing en door God werd veroordeeld, zo ook werd een van Sint Franciscus zijn metgezellen, namelijk broeder Jan van Cappella, een afvallige die zich uiteindelijk verhing. Door dit belangrijke voorbeeld kunnen de uitverkorenen zien dat ze nederig en godvrezend moeten zijn, want het maakt duidelijk dat niemand er zeker van kan zijn dat hij tot aan het einde zal volharden in het aannemen van Gods genade. En evenals later de twaalf apostelen de wereld verbaasden door hun heiligheid en vervuld waren van de Heilige Geest, zo ook heeft de de wereld sinds de tijd van de apostelen geen heiliger en bewonderenswaardiger mannen gekend dan de twaalf metgezellen van Sint Franciscus.
Inderdaad werd een van hen, zoals Sint Paulus, van de aarde weggenomen en tot in de derde hemel gebracht, dat was broeder Egidius; bij een ander, broeder Filip Longo, werden de lippen door een engel aangeraakt met een brandende kool zoals bij de profeet Isaias; weer een ander, broeder Silvester, praatte met God zoals vrienden met elkaar praten, zoals Mozes ook heeft gedaan; nog een ander werd door zijn subtiel verstand zo licht dat hij als een adelaar tot aan de wijsheid van God kon komen, net als Sint Jan de Evangelist, namelijk de zeer nederige broeder Bernard, die een zeer diepgaande uitleg van de Heilige Schrift begon te geven; weer een ander werd door God in de hemel openlijk in de schare der heiligen opgenomen terwijl hij nog op aarde leefde, dat was een edelman uit Assisië, broeder Rufinus.
En zo onderscheidden zich allen door bijzondere tekenen van heiligheid, zoals we in de volgende hoofdstukken zullen zien.