Ze woonde in de sloppen van het oude Amsterdam Waar nooit een zonnestraaltje haar venster binnenkwam Gedreven door de armoe werd zij prostituee En voor een handvol centjes ging zij met ieder mee refrain: Haar naam was Keetje Tippel omdat zij op de straat Haar lichaam moest verkopen, in 't donker 's avonds laat Zij leefde van de zonde, maar toch was zij niet slecht Daarom kwam Keetje Tippel aan het eind nog goed terecht Toen kwam er in haar leven een jonge blonde held Hij hield wel veel van Keetje maar meer hield hij van geld Zij gaf hem al haar liefde, maar hij bleef haar niet trouw Want hij zei tegen Keetje: ik neem een andere vrouw refrain Toen moest ze weer de straat op, 't was daar dat zij hem zag Tijdens de revolutie, gewond als hij daar lag Het was een man van adel, hij stierf al na een jaar Zijn geld en al zijn rijkdom vermaakte hij aan haar refrain