PIET RIJSTEPAP ALS DIEF


Op een dag was de familie Reuvers aan het eten, toen de bel ging: RRRINGG! Michiel rende naar beneden om open te doen.
Daar stond een vriendelijke jongeman met bezemharen. "Goedenavond", zei hij, "mijn naam is Piet Rijstepap. Zijn jullie morgen thuis?"
Michiel vertelde dat de familie Reuvers de volgende dag naar Groningen zou vertrekken om bij opa en oma op bezoek te gaan. Toen zei Piet nogmaals vriendelijk goedendag, en verdween.
Michiel ging terug naar zijn bord met aardappelen en spruitjes. Hij zei dat er een vreemde nozem met bezemharen aan de deur was geweest, en dat die wel een andere keer zou terugkomen.


De volgende morgen was het een drukte van belang. Iedereen was bezig zijn eigen spullen in te pakken. Suzanne nam haar knuffelhondje mee, maar haar negerpopje liet ze liever thuis. Frank nam zijn lego mee, maar niet de boeken van Suske en Wiske.
Papa en mama namen elk hun eigen boeken mee. Erik en Michiel pakten het schaakspel en de kaarten, maar het memory-spel bleef thuis.
Na veel geren en geroep gingen ze net op tijd de deur uit. Ze haalden de bus op het nippertje. De reis duurde bijna de hele dag. Ze bleven twee nachten bij opa en oma in Groningen slapen.


Toen ze terug kwamen uit Groningen, ging ieder meteen naar zijn eigen spullen. Papa en mama keken naar de post, maar WAT GEK, die lag al netjes op de keukentafel. Erik en Michiel gingen naar de spelletjeskast, maar O NEE, de memory was weg.
Toen rende Suzanne naar haar negerpopje, dat was ook weg. En je raadt het al, de Suske en Wiske boeken van Frank waren alle drie verdwenen.
Michiel wist meteen dat er een dief in huis was geweest. Dat moest toch die nozem met bezemharen geweest zijn, dacht hij. En papa belde meteen de politie. Hij vertelde ook van de vreemde snoeshaan die aan de deur geweest was, en hoe die er uit zag.


De rest van de dag zat de familie Reuvers in spanning te wachten. Pas laat in de middag belde de politie op: de dief was gevonden in café de Perroen. Het was Piet Rijstepap met de bezemharen, daar was geen twijfel over.
Hij was net begonnen aan het derde Suske en Wiske boek. De memorykaarten lagen verspreid op tafel. En op de stoel naast hem zaten het negerpopje en een oude knuffelbeer.
De kinderen kregen natuurlijk hun spullen terug. En Piet Rijstepap moest voor drie dagen de bak in. Hij kreeg daar alleen brood te eten met niks erop, en een kommetje water.