KATHOLIEKE KATECHISMUS

door HFH Reuvers



DUIVELS EN VERLEIDERS

Duivels zijn gevallen engelen. Evenals Adam was ook Lucifer niet tevreden met het bewustzijn dat hij van God ontvangen had. Hij kon zich niet schikken in de beperkingen die het schepsel eigen zijn, en wilde gelijk zijn aan God. Dat werd zijn ondergang. Sinds hij zich van God heeft afgekeerd, is hij alleen nog maar bezig met anderen in zijn val mee te sleuren. Hij probeert iedereen te verleiden tot de verkeerde beslissingen
We lezen in de bijbel hoe hij Jezus voorspiegelt dat hij Hem de aarde zal schenken (Lucas 4, 1-13). Het lijkt er inderdaad vaak op dat de duivel de aarde meer beheerst dan God. Sommige mensen verkopen daarom voor tijdelijk gewin hun ziel aan de duivel, zoals in de legende van dr Faust.
De duivel heeft er belang bij dat men niet gelooft dat hij bestaat. Daarom laat hij zich zelden zien. Meestal vermomt hij zich zo onopvallend mogelijk. Maar soms toont God de duivel aan een uitverkoren ziel, zoals in 1917 aan een van de zienertjes van Fatima, de kleine Francisco. De jongen zag een stinkend dier dat op een bok geleek.
De heilige pastoor van Ars had bijzonder veel last van de duivel, die hem het slapen onmogelijk maakte met nachtelijk getier en geraas. Op den duur werd de pastoor daar immuun voor: "De duivel en ik, wij zijn als kameraden!"

Paus Leo XIII schreef het volgende gebed voor: "Heilige aartsengel Michaël, verdedig ons in de strijd. Wees onze bescherming tegen de boosheid en de listen van de duivel. Wij smeken u ootmoedig dat God hem Zijn macht doe gevoelen. En gij, vorst der hemelse legerscharen, drijf Satan en de andere boze geesten, die tot verderf van de zielen over de wereld rondgaan, door de goddelijke kracht in de hel terug. Amen."

Tot slot een lied van Bob Dylan over het leven van een door de duivel bezetene, in dit geval een lid van de mafia:

I pity the poor immigrant whose strength is spent in vain,
Whose heaven is like ironsides, whose tears are like rain,
Whose visions in the final end must shatter like the glass.
I pity the poor immigrant when his gladness comes to pass.


katechismus


HOME