KATHOLIEKE KATECHISMUS

door HFH Reuvers



MARIAVERSCHIJNINGEN

De maagd Maria is door de eeuwen heen aan vele mensen verschenen. Ik bespreek alleen de allerbelangrijkste verschijningen van de laatste tweehonderd jaar.

In 1858 verscheen Maria achttien keer te Lourdes aan Bernadette Soubirous. Zij was een arm kind, maar lang niet dom. Het gebeurde in een grot waar afval van het ziekenhuis werd gestort. Uiteraard dachten veel mensen dat het meisje loog, maar sommigen gingen nieuwsgierig met haar mee naar de grot. Een groot aantal mensen was er getuige van dat Bernadette, blijkbaar in opdracht van de verschijning, met haar handen in de grond begon te graven en haar gezicht waste met natte modder. Daar ontstond een bron waar al gauw wonderbaarlijke genezingen plaatsvonden. Gedurende strenge ondervragingen bleef het meisje volhouden dat de verschijning tegen haar gezegd had: "Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis."
Bernadette trad in een klooster te Nevers en overleed al op jonge leeftijd. Maria had gezegd dat zij gelukkig zou zijn 'niet in deze wereld, maar in de volgende'. Het lijk van Bernadette is tot op heden ongeschonden bewaard gebleven.

In 1917 verscheen Maria te Fatima aan drie herdertjes, namelijk aan Lúcia dos Santos en aan Francisco en Jacinta Martos. Zij zei dat Lucia nog op aarde moest vertoeven, maar dat de twee kleintjes al spoedig in de hemel zouden zijn. En ze toonde de kinderen ook de hel. Die schrokken daar zo van dat ze veel rozenhoedjes gingen bidden en veel offertjes brengen 'voor de bekering van de arme zondaars'. Bij de laatste verschijning was een grote menigte getuige van een wonder: de zon draaide heel snel om zijn middelpunt en leek op aarde neer te storten.
Binnen enkele jaren stierven Jacinta en Francisco na een heldhaftig gedragen ziekbed. Lucia werd zeer oud en correspondeerde als kloosterzuster met de pausen over de geheimen die Maria haar tijdens de verschijningen had meegedeeld. Deze hebben betrekking op de tweede wereldoorlog, de ondergang van het communisme in Rusland en de gevaren die de Kerk bedreigen.

In de winter van 1932 en 1933 verscheen Maria in België aan enkele kinderen te Beauraing en Banneux. Ze geleidde Mariette Béco naar een bron 'voor de zieken'. Die bron is Jezus: oorsprong en doel van al wat geschapen is.


katechismus


HOME