KATHOLIEKE KATECHISMUS

GOD LIJKT ONVINDBAAR

In psalm 23 bezingt koning David zijn vertrouwen op God: "De Heer is mijn herder, mij zal niets ontbreken. Hij wijst mij te liggen in grazige weiden, hij voert mij naar de wateren der rust."
Wanneer het een mens goed gaat, kan hij zoiets gemakkelijk zeggen. Maar stel dat iemand vecht met kanker, of op zoek is naar de moordenaar van zijn zoon. Stel dat iemand vecht tegen laster. Dan komen deze woorden veel moeilijker over zijn lippen.
Een katholiek zal desondanks troost zoeken bij God. Hij zal er de psalmen op naslaan. Hij zal lezen over missionarissen die in moeilijke omstandigheden stand hielden: pater Damiaan bij de melaatsen op Hawaii, de zeventiende-eeuwse Jezuïeten aan de martelpalen in Canada, pater Titus Brandsma in Dachau.
In psalm 74 vraagt Asaf aan God waar die zich schuilhoudt: "Weet dan, Heer, dat de vijand u hoont, uw naam minacht een volk van verdwaasden."

De beste manier om de hoop levend te houden in alledaagse omstandigheden, is het bidden van je ochtendgebed, waarbij inbegrepen het Onze Vader en de Oefening van Geloof.

Het Onze Vader heeft Jezus ons zelf geleerd:
"Onze Vader die in de hemel zijt, uw naam worde geheiligd, uw rijk kome, uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel. Geef ons heden ons dagelijks brood, en vergeef ons onze schuld, zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven. En leid ons niet in bekoring, maar verlos ons van het kwade. Amen."

God openbaart zich niet alleen in de natuur. Hij openbaart zich ook op bovennatuurlijke wijze in Jezus en zijn Kerk. Deze katechismus behandelt in drie hoofdstukken de drie personen of facetten van God:
"Mijn Heer en mijn God, ik geloof dat Gij zijt één God in drie personen: de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Dat God de Zoon voor ons is mens geworden en aan het kruis gestorven. Dat Gij het goede loont en het kwade straft. Ik geloof alles wat Gij hebt geopenbaard en door de Heilige Kerk ons leert ...".
Dit komt dus allemaal later meer uitgebreid aan de orde.